Ik ben geboren in een warm gezin in Nederland, woon op één van de mooiste plekjes in Amsterdam, en sta net op het punt om m’n master-diploma binnen te slepen. Zomaar drie feitjes die me in een absurd bevoorrechte groep mensen plaatsen. Helaas, je raadt het al: de treurige realiteit is dat ik me veel eerder focus op wat ik nog niet heb, dan op wat ik al wel heb.
Toen ik werd gevraagd om iets te schrijven rondom het thema overvloed, stond ik daarom ook niet meteen te springen; eerlijk gezegd vind ik overvloed maar een lastig woord. Sterker nog: ik denk dat een onbedachtzame omgang met het thema overvloed zelfs gevaarlijk kan zijn.
Tekort!
Veel makkelijker vind ik het om op te sommen wat ik allemaal tekort kom. Zo ik heb nog maar weinig idee van wat ik wil na m’n studie, zou ik best wat meer rust in m’n leven willen, heb ik geen vriendin, en, voor ik het vergeet, heb ik ook nog geen rijbewijs. En als we dan toch bezig zijn: een beetje meer vertrouwen in mezelf en in anderen lijkt me ook geen overbodige luxe.
Daarbij is de dagelijkse confrontatie met reclames en social media-feed die een leven vol overvloed voorspiegelen natuurlijk ook niet echt behulpzaam. Op de meest geraffineerde manieren wordt ons, via allerlei beloftes van overvloed, constant het feit onder de neus gewreven dat ons leven vaak allesbehalve overvloedig aanvoelt. Ik snap hoe het werkt, maar ontkom niet aan de gevolgen. Dan kan ik drie keer tot de meest welvarende paar procent van de wereld horen, het gevoel dat ik een heleboel nog niet heb voelt vaak maar al te reëel.
Nep-overvloed
Bovendien, en daarna zal ik ophouden met m’n geklaag, worden plaatjes van overvloed net zo makkelijk ingezet om een gebrek aan overvloed juist te maskeren. Ons sociaal contact, bijvoorbeeld, is naar mijn bescheiden indruk maar al te vaak een aaneenschakeling van meer of minder geslaagde pogingen elkaar te overtuigen van een overvloed waar we eigenlijk niet in geloven. Ik durf er m’n (niet al te overvloedige) spaarcentjes wel op in te zetten dat de zin ‘het gaat goed’ tot het twijfelachtige gezelschap van de top-5 meest gebruikte sociaal geaccepteerde leugens kan worden gerekend.
En op politiek niveau treffen we een al even overvloedig enthousiasme aan wat betreft de verkondiging van dit soort nep-overvloed. Want hoe vaak dienen de van overvloed doordrenkte droombeelden die politici ons voorschotelen (denk aan de participatiesamenleving, de nieuwe bestuurscultuur, de Nederlandse VOC-mentaliteit of onze gezamenlijke solidariteit tegen corona) wel niet als handige maniertjes om de vaak ongemakkelijke en weerbarstige praktijk te verdoezelen dan wel te ontvluchten?
Kortom, de manier waarop het idee van overvloed wordt gebruikt, verruimt voor m’n gevoel zelden m’n blikveld. Veel vaker belemmert het m’n zicht – zowel op hetgeen ik al heb, als op de ongemakkelijke realiteit die ik liever ontken.
Overvloed in de gevangenis
Afgelopen jaar, tijdens het schrijven van m’n scriptie, kwam het thema overvloed ook regelmatig voorbij. Dat had ik niet zien aankomen. M’n scriptie gaat namelijk over de manier waarop geestelijke verzorgers het onderwerp schuld benaderen in de persoonlijke gesprekken met gedetineerden die een ernstig misdrijf hebben gepleegd. Bij uitstek een voorbeeld van een context waarin het thema overvloed maar beter gemeden zou moeten worden, dacht ik zo.
Des te verraster was ik dat in de gesprekken die ik voerde met geestelijke verzorgers die werken in een gevangenis, het thema overvloed toch weer om de hoek kwam kijken. Juist om te erkennen dat er iets is misgegaan, is er – paradoxaal genoeg – eerst heel veel vertrouwen, liefde en acceptatie nodig, benadrukten alle geestelijke verzorgers die ik sprak. Om verantwoordelijkheid te kunnen nemen, moet je namelijk eerst jezelf (opnieuw) leren zien als iemand die in staat is om verantwoordelijkheid te nemen. En in weerwil van de logica van ons rechtssysteem betoogden deze geestelijke verzorgers op basis van hun ervaring dat daarbij niet straf helpt om de eigen schuld onder ogen te komen, maar liefde. Een overvloed aan liefde, zo je wilt. Niet om de begane misstap te verdoezelen, maar juist om die in volle ernst te zien en in actie te komen.
Overvloed met gaten erin
Dat was nieuw voor me. In plaats van een overvloed die me nog eens extra bewust maakt van alles wat ik nog niet heb, of een overvloed die maakt dat ik m’n gebreken gewoonweg ontken, ging het hier opeens over een overvloed die helpt het met de gebreken uit te houden. Zo had ik er nog niet over nagedacht. En zowaar, dat klinkt wel als een overvloed waar ik meer van zou willen in m’n leven.
Zou ik m’n eigen relatie tot het christendom in facebook-termen moeten vatten, zou de status ‘het is ingewikkeld’ op z’n plaats zijn. Toch denk ik dat het christelijke verhaal van de opstanding op een bijzondere manier woorden en beelden geeft aan deze specifieke opvatting van overvloed. Het verhaal wil namelijk dat na zijn opstanding uit de dood, Jezus’ wonden niet zijn verdwenen. Ze zijn er nog. Thomas, één van zijn discipelen, krijgt zelfs toestemming van Jezus om zijn wonden aan te raken. Voor hem zijn de wonden een bevestiging dat het werkelijk Jezus is die voor hem staat. Opstanding (lees: overvloed) blijkt hier niet het overwinnen of het opheffen van de dood te betekenen, maar nieuw leven te midden van de voortgaande dood. De wonden en gebreken krijgen in het licht van de opstanding een radicaal ander karakter. Maar ondertussen blijft het beeld van overvloed ook niet onaangetast: er zitten gaten in.
De alledaagse realiteit
Overvloed blijft in het leven van alledag soms een ongemakkelijk woord. Want er zou maar net iemand in je omgeving overleden zijn, of er is iets anders ergs gebeurd – dan is het inderdaad misschien beter om het woord maar even uit de weg te gaan. De geestelijke verzorgers die ik sprak maakten me echter op z’n minst bewust dat er ook een ander kant aan het verhaal zit. Juist de situaties die allesbehalve overvloedig aanvoelen, zijn de situaties zijn waarin we het meest behoefte hebben aan overvloed. Een overvloed die ons een weg wijst om met de geslagen gaten te leren leven.
Het verschilt per dag in hoeverre ik daadwerkelijk in deze overvloed geloof. In het vuur van een goed gesprek of in de roes van een mooie film lukt het me soms. Vaak lukt het me ook helemaal niet. Op een mindere dag blijf ik hangen in m’n tobberijtjes over m’n tekorten. Of dat erg is weet ik niet. Trekken we de kritiek op het type overvloed dat de gebreken verhult nog even door, dan is een gebrekkig geloof in overvloed wellicht zo gek nog niet. Ik denk en dub in ieder geval graag nog even verder over deze andere soort overvloed – met gaten erin. Vanuit het vertrouwen dat daar nog méér dan genoeg ruimte voor is.

Over David: “Ik houd van nieuwe mensen leren kennen onder het genot van een smaakvol kopje koffie, liedjes die je onverhoeds bij je kladden grijpen, en absurdistische dialogen met mezelf voeren op de fiets. Al schrijvend doe ik af en toe een poging iets van de zin van het leven te begrijpen – met wisselend succes.”
Wil je verder lezen?
Elke zondag een inspirerende overdenking in je mailbox?
Met bijpassende reflectievragen om zelf mee aan de slag te kunnen. Meld je hieronder aan. ⬇️