Advent: waar huil jij om?

Zondagochtend, een uur of 10. Natgeregend plof ik neer in een van de banken van de Jeruzalemkerk. Mijn verregende gezicht probeer ik – tevergeefs – droog te deppen met mijn al even zo vochtige sjaal en mijn benen tintelen nog na van de koude fietstocht. Maar, ik zit. Het is de eerste zondag van advent en hoewel ik nog nauwelijks afscheid heb genomen van de kleurrijke bladeren en warme, oranje herfstzon geniet ik altijd van deze vier weken voorafgaand aan kerst. Kaarsjes worden aangestoken en kerstbomen opgetuigd. De stad hangt weer vol verlichting en alles ademt de verwachting van en het uitkijken naar kerst.

Misschien was dat ook wel een van jouw redenen om je aan te melden voor onze adventskalender. Een opwarmertje om toe te leven naar kerst. Het was voor mij in ieder geval een reden om naar de kerk te gaan, die grauwe zondagochtend. Advent komt van het latijnse ‘advendus’, wat ‘komst’ betekent. Het gaat dus om dat wat komt: kerst. Maar diezelfde ochtend word ik bruut wakker geschud met mijn hoop op een positief adventsgevoel.

 

”Diezelfde ochtend word ik bruut wakker geschud met mijn hoop op een positief adventsgevoel.”

 

‘Vandaag hoef je niet te rekenen op een preek vol blijdschap omdat het advent is,’ begint de dominee. ‘In de kerk gebeurt iets anders dan buiten de kerk tijdens advent. Het is geen ‘warmmakertje’, maar een uitdaging om de duisternis om je heen te voelen.’ Advent als ‘koudmakertje’, waarbinnen je de ruimte mag nemen om het donker om je heen te voelen en er onderdeel van te worden. Om deel uit te maken van het seksueel kindermisbruik in de Filipijnen, de onderdrukking in Afghanistan, de voetbalslaven in Qatar. En bij de prostitutie in Amsterdam, je eenzame buurman of overleden familielid. En bij de donkere kanten van je eigen hart.

 

In advent leren we temidden van ons tranendal te schreeuwen tot de Ene: ‘doe het dan, God!’

Een diepe troost voor mij is dat God, net als wij, weet van gezwollen ogen die zo lang hebben gehuild dat ze geen tranen meer hebben. Hij bagatelliseert het verlies niet, maar huilt net als wij om de pijn en duisternis om ons heen. Verlossing springt niet over de duisternis heen, maar eist dat iedere laatste traan vloeit. Advent is een uitnodiging om ruimte te maken voor een verdieping van je teleurstelling. Het is niet bedoeld om alleen uit te kijken naar wat komen gaat, maar des te meer een maand om stil te staan bij de pijn en het verdriet in je leven en in de wereld om je heen. Niet een tijd van antwoorden op vragen, maar van verwarring om hoe het leven is zoals het is.

 

”En dan, stap voor stap, komt er meer licht in de kamer.”

 

Misschien kun je daar vandaag mee beginnen. Door niet alleen te bidden voor of denken aan ‘al het leed in de wereld’, maar door specifiek aan bepaalde personen of plekken te denken. Of aan je persoonlijke situatie, als het voelt alsof er nu weinig licht om je heen is. Misschien kun je tijd vinden om daar ruimte voor te maken met een manier die bij je past. Door ervoor te bidden wellicht, of door iemand die het moeilijk heeft een berichtje of kaartje sturen.

Vandaag nam ik er de tijd voor. En toen het eenmaal stil werd in mijn hoofd en ik de ellende in de wereld en om me heen voor me uit had gestort, hoorde ik het ineens. Er huilde Iemand mee.

En dan, stap voor stap, komt er meer licht in de kamer. Verdrijft het licht het donker wanneer de volgende kaars aangestoken wordt.

Wil je verder lezen? 

Elke zondag een inspirerende overdenking in je mailbox?

Met bijpassende reflectievragen om zelf mee aan de slag te kunnen. Meld je hieronder aan. ⬇️

* indicates required