Bij Holy Hub houden we van lezen. Telkens als we een boek lezen dat ons interessant lijkt voor onze volgers schrijven we een leesimpressie. Heb je een boek wat je zelf zou willen aanbevelen? Laat het ons weten. Misschien ontstaat er zo iets van een boekenclub.
Ongeneeslijk religieus: Hoe God verdween uit onze wereld mijn leven en waarom steeds meer filosofen zeggen dat-ie terug is
Gerko Tempelman
Wat bezielt de schrijver?
Gerko Tempelman is een Amsterdamse filosoof en theoloog en is niet bang om moeilijke vragen te stellen. Hij heeft verschillende projecten op zijn naam staan, zoals het ‘Death Café’ in de stad waar mensen hun ervaringen met de dood kunnen delen en een project waarbij dominees achter de ramen op de wallen stonden.
Zowel als theoloog en als filosoof is hij geliefd en hij geeft cursussen over ‘Filosofie voor beginners’ en over filosofie en de islam. Hij treedt graag buiten de gebaande paden en ook in ‘Ongeneeslijk religieus’ schuurt het af en toe flink.
Wat beschrijft hij?
Op de achterkant van het boek staat ‘God is dood, maar niet verdwenen.’ Dat is dan ook precies wat Gerko beschrijft, zowel op het niveau van ‘de wereld’ als in zijn persoonlijke leven. Dit doet hij in vijf hoofdstukken en hij begint met zijn eigen verhaal van opgroeien in een streng christelijk milieu, theologie studeren in Amsterdam en zijn bevragen en loskomen van dat geloof.
Ook gaat hij in op de grote vraag naar het kwaad in deze wereld. Christenen komen dan vaak aan met de metafoor van het ‘borduurwerkje’ en ook ik kreeg deze metafoor van Corrie ten Boom vroeger te horen. Dat we niet begrijpen waarom er zoveel lijden in de wereld is, zou dat komen omdat we alleen de achterkant van het borduurwerk zien. We zien alle draden die door elkaar heen lopen, de oneffenheden, de chaos. Onze blik is te beperkt, maar God is groter en machtiger en hij ziet de voorkant van het borduurwerk, wat eigenlijk een prachtig kunstwerk is, zo is de gedachte.
Maar houdt deze metafoor wel stand? Of kan je als gelovige ook zeggen dat er geen heilige, ondoorgrondelijke goddelijke redenen zijn, vraagt Gerko zich af. Er is geen bedoeling. Er is geen reden. Kunnen we ook concluderen dat er lijden zonder zin is? Dit verbindt hij vervolgens met het Bijbelse verhaal van Job die het allemaal goed voor elkaar had, maar dan wordt al zijn vee verbrand en sterven zijn kinderen. De vrienden van Job vinden dat hier een reden voor móet zijn. God antwoordt Job, maar geeft verrassend genoeg geen verklaring. Gerko concludeert: “Je zou kunnen zeggen dat Job leert te leven met het idee dat er geen reden is” (p. 103).
Waarmee verrast hij?
De sterke combinatie van zowel het persoonlijke verhaal van Gerko als een groter verhaal en reflectie is verrassend. Hij beschrijft niet alleen hoe God verdween uit zijn leven, maar ook uit de wereld en ie toch ook weer terug is. Hij deelt zijn eigen ontwikkeling, zijn vragen en ook hoe hij daarmee omging met zijn gelovige vriendin, inmiddels vrouw. Hij heeft veel gelezen over de thematiek en verstand van zaken, maar weet het toch op een toegankelijke manier te brengen wat het prettig maakt om te lezen.
De kracht van Gerko ligt in de verrassende vragen die hij stelt, zoals: Kan je wel zelf kiezen wat je gelooft? En weet je eigenlijk wel precies wat je dan gelooft, wat je overtuigen zijn? Met behulp van de stroming ‘radical theology’ grijpt hij vanuit een postmoderne filosofie terug op het christelijke verhaal. Is de uitspraak ‘God is dood?’ eigenlijk wel zo antichristelijk als je zou denken? Met Slavoj Žižek laat Jezus aan het kruis juist zien dat hij niet is wat men verwacht, dat deze God niet van het kruis afstapt. Deze God, probeert je in te laten inzien dat hij een illusie is (p. 126).
Op deze manier laat Gerko nieuw licht schijnen op de klassieke verhalen en benadrukt hij hun transformerende en ook wel radicale betekenis en uitwerking.
Wat had beter gekund?
Tijdens het lezen had ik af en toe het gevoel dat Gerko het boek enkel met zijn linker hersenhelft heeft geschreven. De nadruk ligt erg op rationeel en logisch redeneren en er staan verschillende schemaatjes en tabellen in het boek die zijn argumenten moeten verduidelijken. Dit is helpend, maar soms ook eenzijdig. Ik moet denken aan de uitspraak “Als ik alleen geloof wat ik begrijp, is mijn geloof net zo groot als mijn hoofd” van Godfried Bomans. Bestaat geloven niet ook uit ervaring, schoonheid en verwondering? Het goddelijk als het mysterie, als ‘loodrecht van boven’, in de woorden van theoloog Karl Barth? Wat valt er nog te geloven als het allemaal zo dichtgetimmerd is, vraag ik me oprecht af.
Hoewel Gerko dus veel gelezen heeft over de thematiek en laagdrempelig schrijft, heeft dit ook een keerzijde. De besproken auteurs worden benoemd, maar de bronnen worden niet heel precies weergegeven. Vaak wordt het gedachtegoed geparafraseerd waardoor ik twijfel of met deze oversimplificering de auteurs wel recht worden gedaan.
Waarom is dit boek relevant?
Hoewel ‘Ongeneeslijk religieus’ op het eerste gezicht wellicht lijkt op ‘Ongelooflijk’ van Yvonne Zonderop raakt Gerko wel degelijk een andere snaar en heeft hij een uniek geluid. Zoals gezegd, verrassen de vragen die hij stelt en zijn vernieuwende benadering van de klassieke verhalen. Dit boek is een must-read voor iedereen die het christelijk geloof wil bevragen en zowel het postmoderne denken als het geloof serieus wil nemen.
Wat is een citaat om te onthouden?
‘“‘God is dood!’ zegt de postmoderne filosofie. Maar dat wil niet zeggen dat mensen niet in beweging komen van dat woord. Ook al God dood is, of als we vermoeden dat hij dood is, dan nog insisteert hij wel. Datgene wat verscholen zit achter het woord ‘God’, kan ons roepen. Kan ons doen verlangen. Kan ons in beweging zetten.” (p. 165-166)
’
Hoe kijkt Gerko Tempelman nu naar zijn boek?
We vroegen Gerko of hij het kritiekpunt herkent dat zijn boek te rationeel zou zijn. Dit is zijn reactie:
“Ik krijg vaak van mensen terug dat het boek erg rationeel is opgezet. Ze werpen terecht de vraag op of een uitsluitend rationele benadering wel ver genoeg reikt als het gaat over religie. Ik geef ze vaak gelijk – niet omdat ik dat uit ervaring ken, maar omdat ik het me kan voorstellen. Ik ben mijn boek ook steeds meer gaan zien als een rationeel pleidooi voor de legitimiteit van het niet-rationele domein. Dat is iets wat ik in meer van mijn werk doe. Maar dat wil niet zeggen dat ik veel ervaring heb met het niet-rationele domein. Ik ben in die zin nog erg ‘ongeneeslijk gereformeerd’ dat de rationele analyse mij het best past.
Waar ik wel gevoelig voor ben, is de suggestie dat je alleen spiritueel of religieus kunt zijn als je je begeeft in dat niet-rationele domein. In mijn evangelische studentenvereniging werd dit vaak gezegd, en ik vond het mij altijd tekort doen. Spiritualiteit is ook te beleven via het denken, via een inzicht, of via een redenering – het beetje spiritualiteit dat ik mezelf toedicht, zit ‘m vooral daarin, en het is me dierbaar.”
Wil je verder lezen?
Elke zondag een inspirerende overdenking in je mailbox?
Met bijpassende reflectievragen om zelf mee aan de slag te kunnen. Meld je hieronder aan. ⬇️